Kort verhaal ‘Kloof’
Kort verhaal waarmee ik deelname aan Scheltema’s schrijversacademie won
Kloof
Ik zoek verbanden tussen woorden.
Mensen vinden dat raar. Ik vind mensen over het algemeen prima.
‘Wat is de overeenkomst tussen een verstopt talgkliertje, iemand die lijdt aan grootheidswaanzin en een apparaatje om tempo te bepalen?’ vroeg ik aan mijn zoon.
Je zou denken dat het een uitdaging betrof voor iemand van twintig die Nederlands studeert.
‘Pa, nu even niet.’ was zijn antwoord.
‘Niet te geloven,’ zuchtte ik.
Het tikken van de antieke klok leidde me af van mijn teleurstelling.
‘Weet je nog toen je klein was, wat we altijd in de auto deden?’
Jurgen prakte zijn eten. Met zijn vork in zijn rechterhand.
‘Je lijkt wel een kleuter,’ mompelde ik.
Weer die geïrriteerde blik van hem.
Wat voor kind hadden wij gemaakt? Had ik er niet aan moeten beginnen na mijn veertigste?
Ik schoof mijn stoel demonstratief naar achteren. Hij keek even op.
Onhandig bleef ik met mijn schoen achter de stoelpoot haken, wat me uit balans bracht.
Ik probeerde mij vast te klampen aan de tafel, maar tevergeefs. Met een hoop bombarie viel ik neer.
Mijn zoon stopte met kauwen. Dat zag ik in mijn ooghoek.
‘Pa. Wat doe je nou?’ wist hij met volle mond uit te brengen.
Ik was verbaasd dat hij zijn verwende lijf in beweging bracht en mij te hulp kwam.
‘Pak mijn hand.’
Het was een order.
‘Aiai sir!’ bracht ik onderdanig uit.
Het lukte hem om mij overeind te krijgen. Ik moest enigszins bijkomen.
‘Weet je het al?’ vroeg ik, steunend op de tafel.
Jurgen was alweer gefocust op zijn voedsel.
‘Wat pa?’
Die vermoeide toon. Wat is dat toch? Heeft de jeugd geen interesse meer in hun ouders? Hun opvoeders. Hun recht van bestaan.
Ik vroeg het hem.
‘Heb je nog een toetje ofzo?’
Dat was zijn reactie.
Ik geef het op. Voorlopig dan. Ik haalde een toetje uit de vriezer en hield me in om het niet in zijn gezicht te duwen.
Hij schoof zijn bord naar voren en nam het ijsje tevreden aan. Er was zelfs iets van kinderlijke blijdschap te zien in zijn ogen. Die mooie bruine ogen. Net als die van zijn moeder. Die hield ook niet van taalspelletjes.
‘Mee-eter, Megalomaan, Metronoom!’
Verbaasd zei hij, tussen twee likken door: ‘Dit is toch een Cornetto?’
Ik wilde me inhouden, maar het moest er uit. Iets harder dan ik wilde.
‘De letter M Jurgen. De letter M!’
Posted on: 15 mei 2015, by : Natalie Bottemanne